Als ik vlees eet wil ik vooral duurzaam vlees eten. Zo kook ik mijn kipgerechten graag met het Noord-Hollandse Hoen. Het is het enige vleeshoen van Nederlandse origine, ontstaan in het begin van de vorige eeuw in de Zaanstreek en Waterland. Ik zal je een beetje bekend maken met dit authentieke ras waar ik mee kook.
In de dorpen in de Zaanstreek en Waterland deed men vooral aan veeteelt. Het land was te drassig voor landbouw. Rond 1900 vond een groot deel van de bevolking zijn bestaan in eierhandel. Dat waren vooral eendeneieren en later ook kippeneieren. Door de toenemende vraag naar vlees voor consumptie door de inwoners van Amsterdam begon men de kippen als “dubbelnut”kippen te houden. Voor het leggen van eieren maar ook voor het lichtgekleurde vlees. Bij de fokkers verschoof de aandacht al snel meer naar “vleeskippen”. Er werd heel wat geëxperimenteerd met verschillende rassen. De Mechelse koekoek, een beroemde Belgische vleeskip werd naar de Zaanstreek gehaald. Die kon niet aarden op de drassige grond. De hanen van die Mechelse koekoek werden gebruikt om te kruisen met de hennen uit de Zaanstreek die het wel goed deden op de drassige bodem. Zo kwamen er steeds meer koekoekkleurige kippen. Op een afstand leken de kippen blauw en men sprak van “Blauwe kippen”. Vandaar de naam Noord-Hollandse Blauwe. In 1927 werd het ras als bedrijfsras erkend. Een dubbeldoelkip. Een legkip, maar tevens vleeskip.
In de jaren na de Tweede Wereldoorlog moest het ras wedijveren met de Amerikaanse vleeskippen en hybride vleesrassen. De Noord-Hollandse Hoen groeide op een natuurlijke manier namelijk te langzaam voor de inmiddels groeiende pluimvee industrie. Het laatste grote fokbedrijf werd in 1977 gesloten. Gelukkig zijn een aantal hobby fokkers blijven doorfokken voor eigen gebruik en is het ras blijven bestaan. Enkele hoenderspecialisten brengen tegenwoordig weer Noord- Hollandse Blauwe op de Nederlandse markt en verkopen ook de heerlijke romige eieren. De Noord-Hollandse Hoender is groot en zwaar en groeit vrij op, dus je moet wel voldoende ruimte hebben om het welzijn van de kippen te kunnen garanderen. Inmiddels wordt het ras van deze dubbeldoelkip weer volop gewaardeerd. Er zijn steeds meer restaurants die deze mooie stevige kippen weer op de menukaart zetten. Ik vind het geweldig om met dit mooie ras te kunnen koken en vind de smaak verrukkelijk!
Liefs,
Maris